In een familiebedrijf wordt een minderheidsparticipatie verkocht aan een lid van de directie die geen lid is van de familie.
Dit ligt heel moeilijk bij de echtgenote van de hoofdaandeelhouder die op zelfstandige basis actief is binnen het bedrijf.
Waarom kan zij geen aandeelhouder worden?
De hoofdaandeelhouder is ook gedelegeerd bestuurder van het familiebedrijf. De derde aandeelhouder is de broer van de gedelegeerd bestuurder. De minderheidsaandeelhouder is een waardevolle medewerker van het bedrijf maar de spanningen en discussies met de meerderheidsaandeelhouder worden zo allesoverheersend dat de minderheidsaandeelhouder zijn aandelen wil verkopen. Dit is niet naar de zin van de broer die ook minderheidsaandeelhouder.
De hele situatie verlamt het bedrijf en de medewerkers raken gedemotiveerd. Zij voelen zich de speelbal van de interne ruzies.
De pater familias, oprichter van het bedrijf die de aandelen van zijn bedrijf heeft verkocht aan zijn 2 zonen, doet beroep op een bemiddelaar om de situatie te ontmijnen.
De neutrale maar betrokken aanpak van de bemiddelaar zorgt ervoor dat alle betrokkenen aan tafel gaan zitten. Ook de echtgenote van de gedelegeerd bestuurder zit mee aan tafel evenals de pater familias. De bemiddelaar slaagt erin alle aanwezigen naar elkaar te laten luisteren. De belangen en bezorgdheden van alle partijen worden uitgesproken en uiteindelijk wordt ervoor gekozen om de raad van bestuur uit te bereiden met een externe bestuurder en met de echtgenote van de gedelegeerd bestuurder. De echtgenote van de gedelegeerd bestuurder heeft geen actieve functie meer binnen het bedrijf.